Ervaringsdeskundigheid ontwikkelt(d)
Ervaringsdeskundigheid ontwikkelt(d)
Ervaringsdeskundig werk is oorspronkelijk vooral in de praktijk door kritische mensen met eigen ervaringen ontwikkeld. De scholingstrajecten volgden deze beweging van kritische geesten en mede hierdoor groeide ervaringsdeskundigheid als vak. Van meet af aan is eigen zeggenschap en regie voeren belangrijk. Met emancipatie en methodische zelfhulp als pijlers voor het vak. De groei van het vak wordt doorgezet in de ontwikkeling van een kwaliteitssysteem het KvE project waarbij ervaringsdeskundigen via de VvEd meesturen om het vak recht te doen.
Een van de activiteiten die we daarbij ondernemen is het inrichten van een beroepsregister voor diegenen die zich willen registreren. Om die reden is een werkgroep beroepsregister en beroepscode geïnstalleerd en zijn 60 mensen in het land geïnterviewd over hun ideeën omtrent een beroepsregister. Alle geïnterviewden zijn in de grote lijn vóór een beroepsregister, onder bepaalde condities. Een van de vragen die we stelden was of de geïnterviewden hun eigen werk wilden omschrijven. En welke denkbeelden en opvattingen hen inspireren. Dat levert een mooi veelkleurig beeld op met eigen accenten en overeenkomsten. Zo zei een van de geïnterviewden over het werk; het begint met ondersteunend zijn, niet te doelgericht. Eigen regie is heel belangrijk. Ik noem mensen ook geen cliënt of patiënt, gebruik dus andere taal en vraag; wat is er aan de hand en wat is er gebeurd in je leven. Ik tik een psychiater ook wel eens op de schouder, zoek naar andere dingen met mensen zoals samen wandelen, maatwerk bieden, flexibel zijn…. Zelf spreek ik de taal van psychose, heb mijn intuïtie geschoold. Het gaat om een brede levenservaring inzetten. Dat kan ook heel praktisch zijn zoals iemand te helpen met mails. Ervaringsdeskundigen gebruiken taal waarin mensen zelf hun wereld ervaren. Ook als die taal psychotisch geduid wordt. Bejegening is heel belangrijk, attitude hebben en begripvol banaderen. Ook een kritische rol hebben in andere manieren van het werk organiseren.
En een andere geïnterviewde zegt over het werk: ik heb een dubbelrol, en het ligt aan cliënten in welke rol ik kom, dus gevarieerd. Ik ben casemanager en ervaringsdeskundige, en ondersteun iemand bij meer welzijn voelen in je leven. Voor mij werkt bv. de Yucel methode heel goed en ik merk dat niet iedereen iets kan met het woord herstel. Zelf ben ik eigenlijk altijd bezig met eigen regie, en wil dat ook natuurlijk inzetten met zinnetjes als; hoe kan je zelf sturen? Ik werk procesgericht; neem de tijd voor wat ik doe met cliënten. Het proces zelf faciliteert prikkeling van eigen regie. Collega’s zien me en als professional en als ervaringsdeskundige.
Toen ik, Marjo, startte in 1998 als supervisor en docent bij de GOAL opleiding was mijn overtuiging dat mijn ontregelende levenservaringen er voor mijn werk niet per se toe deden, het ging immers om de ervaringsdeskundigen in opleiding. En later vroeg ik me af of mijn ervaringen wel ingrijpend genoeg waren? Die vraag leeft bij meer mensen; zijn mijn ervaringen wel ingrijpend genoeg en zitten anderen die nu te kampen hebben met vergelijkbare ervaringen wel te wachten op mijn support? Mijn coming-out was met studenten in 2011, zij vroegen mij naar mijn ervaringen. Die les en de erkenning van studenten vormden een keerpunt voor mij als docent. Mijn beroepsidentiteit als docent en supervisor ging ik ‘met ervaringsdeskundigheid’ aanvullen. Behalve mijn ervaringen delen vond ik trouwens wel dat ik aan de slag moest gaan en mijn eigen ervaringen ontwikkelen tot ervaringskennis.
Tijdens mijn, Daantje, werkzame leven als jongerenwerkster en later cognitieve gedragstherapeut/verslavingsbehandelaar hadden cliënten meestal snel in de gaten dat ook ik, net als zijzelf ervaring had op het gebied van ontwrichting, verslaving en herstel. Ik deed hier, als zij daar naar vroegen ook niet geheimzinnig over. Dat was voor mij anders in contact met mijn collega’s. Met hen deelde ik niet dat ik ervaringskennis had. Ik schaamde me en dacht dat ik dan niet meer voor vol aangezien zou worden als therapeut en later als manager zorg. Dit veranderde rigoureus toen ik besloot om deel te gaan nemen aan de interne leergang ervaringsdeskundigheid die IrisZorg organiseerde om mensen de kans te geven ervaringskennis om te zetten naar ervaringsdeskundigheid. Ik voelde me bevrijd en kreeg veel positieve reacties. De integratie van mijn drie bronnen van kennis (wetenschap, professioneel en ervaringskennis) maakte dat de resultaten en mijn werkplezier groter werden. Ik heb aan den lijve ondervonden dat de combinatie van de drie bronnen van kennis ongelofelijk krachtig is.
Terugkomend op eigen regie voeren blijkt uit de interviews en uit onze ervaringskennis dat we als vak sterk hechten aan het faciliteren van een vrije ruimte waarin iemand de eigen weg en regisseur vindt in een wederkerig contact. We bieden ondersteuning bij het eigen proces van mensen voortkomend uit ervaringskennis. Voelen hoe broodnodig het is dat je zelf kunt gaan sturen in je eigen leven en daar solidariteit in wil ervaren, het hart van ons werk. Er niet alleen voor staan en toch je kompas vinden.
Nu achteraf realiseer ik, Marjo, dat ik eerder mijn ervaringskennis inzette zonder het zo bewust te zijn. Over hoe je een uitvaart van een geliefde op eigen wijze kan vormgeven en later hoe je studenten kan ondersteunen die kampen met psychische problemen. Bij beide ingrijpende levenservaringen speelde eigen regie ervaren een grote rol.
Ik, Daantje, heb het me altijd gerealiseerd dat ik mijn ervaringskennis inzette in mijn werk. In het contact maken met al die boze en eenzame jongeren, want oh wat herkende ik mezelf in hen. Later binnen de verslavingszorg bij het opstellen van terugval preventie plannen en het meevoelen in angst en pijnlijke herinneringen. Maar ook in mijn soms ‘harde’ opstelling inzake het leren verdragen van trek in middelen en doorzetten ook als er veel puin te ruimen is. Bij verslaving kun je je niet permitteren om op te geven. Dat is (soms) een zaak van leven of dood.
Marjo Boer en Daantje Daniels